Gisteravond waren er rellen in Nederland vanwege de corona-avondklok. Geen vreedzame demonstraties voor het recht op vrijheid, maar mensen die echt agressie toonden. Onder andere een ziekenhuis was doelwit van de relschoppers. De druktemakers hadden geprobeerd ramen in te gooien. Ik las er vandaag in het nieuws iets prachtigs over. De bestuursvoorzitter van dit ziekenhuis werd geciteerd. Zij zei: “Ik snap niet dat mensen ’s morgens opstaan en bedenken dat ze ’s avonds een ziekenhuis gaan aanvallen. Dat moet je ook niet willen begrijpen.” 

Een samenvatting in twee zinnen over wat er op dit moment in de wereld gebeurt. Zonder dat deze ongetwijfeld hele vriendelijke dame het in de gaten had. Want wat lees je hier?

Ik lees hier twee dingen. En nee, dan heb ik het niet over de inhoud van de zin. Ik lees de zin op meta-niveau. Deze dame heeft al een paar stappen gezet in het bewustwordingsproces. Ze verbindt zich met andere mensen. Ze probeert te begrijpen waarom deze relschoppers dit gedrag vertonen. En ze geeft aan dat ze het niet snapt. Het gedrag van de relschoppers staat kennelijk ver van haar eigen gedrag vandaan. Vervolgens zegt ze: “Dat moet je ook niet willen begrijpen”. En daarmee laat ze misschien wel de belangrijkste oorzaak zien van juist dit relschoppende gedrag in een groter verband. En in de kern van al het ongewenste en onbegrepene van mensen. Ze wendt haar hoofd af van deze mensen. Ze zegt: ik begrijp jullie niet dus ik wijs jullie af. Ze zegt eigenlijk: ‘ik vind jullie niet leuk, ik wil jullie niet zien’. 

Ik zou haar, en iedereen die hetzelfde dacht, een vraag willen stellen. Wat zou er met jou aan de hand moeten zijn, om de ramen van een ziekenhuis in te willen gooien? En het antwoord: dat zou ik nooit doen, is niet goed genoeg. 

Wat zou je hebben meegemaakt in je leven, om je als relschopper te gedragen? Hoe vaak ben je genegeerd, ontkend, afgewezen? Hoeveel onrecht voel je? Hoeveel hoop heb je? Lukt het je om je te verplaatsen in iemand die hier gekomen is? Deze mensen zijn niet als relschopper geboren. Ze hebben huisdieren waar ze voor zorgen, kinderen, zieke moeders, hobbies en idealen. Er is in hun leven veel gebeurd. Er zijn ook dingen niet gebeurd die wel hadden gemoeten. Kun je je voorstellen wat er met jou aan de hand zou moeten zijn, om tot dit gedrag te komen?

Deze vragen kun je over iedereen stellen. Je kunt ze stellen over de egoïstische buurvrouw die haar muziek niet zachter wil zetten, over dat rotjongetje op school dat jou altijd een por gaf als je langsliep. Maar ook over de president die zijn burgers in gevangenissen laat opsluiten en zelfs over de moordenaar met het balkje over zijn ogen. Wat zou er met deze mensen gebeurd zijn, als ze nooit waren afgewezen, ontkent, genegeerd? 

Het is heel makkelijk om het buiten jezelf te laten. Het zijn andere mensen, dus die zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. Jij hoeft er niets mee. En dat is waar. Maar zolang je een andere kant opkijkt, wordt jouw wereld er niet mooier op. Sterker, zolang jij een andere kant op blijft kijken, ontken je een stukje in jezelf. Ik durf te beweren dat als je bovenstaande vragen niet aan jezelf wilt stellen, je dat doet omdat het nog pijn in jezelf raakt. Want ik kan de vragen ook anders stellen:

Stel je iemand voor die zo liefdevol is, dat hij of zij zelfs van de allergrootste relschopper, egoïst of moordenaar kan houden, hem of haar kan vergeven. Wat zou er met die persoon gebeurd zijn, dat hij of zij zo liefdevol en vergevingsgezind is? 

En om het weer terug te brengen in de realiteit: de persoon in jouw omgeving waar jij de meeste moeite mee hebt, lukt het je om je in hem of haar te verplaatsen? Neem er echt eens de tijd voor. 

Wat er gebeurt als we mensen ontkennen, negeren of afwijzen is dat we een scheiding maken. We maken er een ik-jij van. Of een wij-zij. Dit doen we ook in onszelf. We maken ook scheidingen in onszelf. We hebben ook een hekel aan bepaald gedrag van onszelf. We wijzen onszelf af, we onderdrukken aspecten van onszelf. Omdat dat delen zijn waar we nog niet van houden, waar we ons voor schamen, die we nog niet kunnen vergeven. Zolang we dat doen, zullen we anderen afwijzen waar we dit in herkennen. De verbinding waar we allemaal naar op zoek zijn, die kunnen we helemaal nog niet altijd maken. Dat ligt aan onszelf. Ons is vroeger ook gezegd dat we stil moesten zijn, of braaf, of gehoorzaam, of lief. De drukke, opstandige, eigenwijze, boze kanten van onszelf mochten er vaak niet zijn. Als we ons zo gedroegen of ons zo voelden, is de kans groot dat we werden afgewezen, ontkent of genegeerd. 

Wat de relschoppers nodig hebben, is dat ze gezien worden. Dat iemand ze begrijpt. Dat er van ze gehouden wordt. Dat lukt waarschijnlijk niet als ze op straat met stenen staan te gooien. Het is ook niet iets dat even nodig is. Die liefde, dat vertrouwen, die verbinding waar we allemaal naar verlangen is altijd nodig, permanent. En die kunnen we alleen geven als we beginnen met elkaar te zien, te begrijpen. En onszelf. Wie is de relschopper in jouzelf?